Project Description
Rubrieken
Trainingsstage
April, 2019
Het uit zich vaak in oneindig veel zonnige kiekjes op social media en een jaloersmakende tan tijdens wedstrijden: trainingsstages. Het is een onmisbaar onderdeel van de trainingsopbouw van elke (semi-) professionele atleet. Maar waarom doen we dat allemaal en waarom is het zo belangrijk?
Er zijn verschillende componenten die een trainingsstage een essentieel onderdeel maken van een atletisch succesverhaal. Een van de fijnste voordelen is de warmte. In de winter kan het in Nederland flink koud zijn. Dat is al naar als je twee keer per week een rondje in het park gaat lopen, en al helemaal als je elke dag om tien uur ’s morgens op de baan moet staan. Plus spieren gedijen beter in de warmte, wat een warm oord een geschiktere plek maakt voor specifieke trainingen dan thuis.
Het verschil in omgeving is ook belangrijk. Het kan mentaal veel voordelen opleveren om niet dag in dag uit op dezelfde baan dezelfde rondjes te lopen. Daarbij helpt het trainen op verschillende banen bij het vertaalbaarder maken van skills; met name technische accenten. Die vertaalbaarheid kan essentieel blijken op een toernooi, wanneer je vaak voor het eerst een nieuwe baan betreed op het moment dat de wedstrijd begint.
Er zijn andere voordelen aan weggaan uit je vertrouwde omgeving; het elimineert afleidingen. Waar je thuis nog rekening moet houden met boodschappen, koken, schoonmaken, vriendinnen, familie (school, werk), wordt op een stage alles buiten het trainen om voor je geregeld. Je hebt één verplichting en één taak: heel hard trainen. En op de momenten dat je niet heel hard traint, zodanig te herstellen, dat je het volgende trainingsmoment wel weer heel hard kan trainen.
Dit is ook de valkuil van stages. Zelden is je wereld zo klein als wanneer je op een hotelkamer zit, met eten en koffie drie verdiepingen lager, de baan om de hoek en 3-4 weken lang alleen maar dezelfde mensen om je heen. Net als alle neveneffecten van de topsport zijn ook stages iets wat je moet leren. Wanneer wel met de groep, wanneer even alleen, wanneer extra rust pakken en wanneer kies je voor wat gezelligheid om te reloaden. Zoals alles in topsport is het een precaire balans.
Er zijn natuurlijk ook andere (budget-vriendelijkere) opties om deze effecten na te bootsen. De warmte in Nederland opzoeken is niet heel makkelijk in de wintermaanden, maar je kan wel je looptrainingen variëren door een andere rondje te lopen dan normaal, of nieuwe prikkels op te zoeken door een keer bij een andere vereniging te gaan kijken of bij een andere trainings- of loopgroep aan te sluiten. Het zijn kleine variaties die je trainingen net iets interessanter (en effectiever) kunnen maken.
Best of both
Februari, 2019
Er zijn heel veel verschillende sporten, en een van de grootse scheidingspunten tussen hen is of ze individueel of teamsporten zijn. Zowel individuele sporten als teamsporten hebben hun eigen voordelen, helemaal als het gaat om de ontwikkeling van (jonge) kinderen. Een van de vaakst genoemde voorbeelden de wordt genoemd als het gaat om teamsporten is dat het (kinderen) leert om samen te werken. Sporten waarin je afhankelijk bent van een team zijn vaak socialer van aard dan individuele sporten.
Deze afhankelijkheid van medespelers zal echter niet iedereen goed liggen; als je graag je succes in eigen handen hebt dan kan een teamsport soms voor veel frustraties zorgen. Deze uiten is vaak ook niet bevorderlijk voor de prestaties, een goede sociale cohesie binnen een team kan namelijk alles bepalend zijn als het er op aankomt in een wedstrijd.
Daarom worden grote Ego’s eigenlijk niet getolereerd binnen teams, omdat alle prestaties worden geleverd door een bijdrage van alle spelers en zelfs de meest arrogante atleet weet dat hij niet kan winnen zonder de hulp van zijn team.
In individuele sporten daarentegen ben je niet afhankelijk van de mensen om je heen voor je prestatie. En hoewel dit sommige mensen meer zal liggen neemt het ook meer druk met zich mee. Een slechte dag kan niet gemaskeerd worden door de goede dag van iemand anders en als je verliest kan je alleen de vinger wijzen naar de spiegel.
Op sociaal aspect leer je minder van individuele sporten; Ego’s worden niet afgestraft en je bent niet afhankelijk van met anderen mensen kunnen samenwerken voor succes.
Toch kunnen ook individuele sporters dit sociale aspect in hun trainingen inbouwen. Als je net begint met sporten is een vaak genoemde tip dat je in een groepje moet gaan trainen, omdat je door de sociale druk minder snel zal afzeggen en je door elkaar te pushen en te steunen meer uit elke workout kan halen. Dit geld ook voor teamsporten, waarin vaste trainingsmomenten zitten die ‘verplicht’ zijn en waarin de competitie binnen de trainingen het hele team naar een hoger level kan tillen. Het voordeel van samen trainen is zodanig wetenschappelijk onderbouwt, dat binnen bijna alle individuele sporten, atleten er alsnog voor kiezen om in een groep te trainen. Vooral van trainen met mensen die beter zijn dan jou (of goed in andere aspecten van trainen) kan ervoor zorgen dat je harder gaat werken tijdens trainingen om dat gat dicht te lopen.
Atletiek is absoluut zo’n sport: een individuele sport waarin de meerderheid ervoor kiest om in een teamsituatie te trainen. Daarbij bestaan er binnen de atletiek wedstrijden (ploegencompetie) en onderdelen (estafette) waarin het teamaspect van sporten wel degelijk een rol krijgt. Op deze manier kan je bijna alle voordelen van het beoefenen van een individuele sport én een teamsport uit je atletiek trainingen halen.
2018: succes of mislukt
December, 2018
Het einde van een jaar. Het is vaak het moment van goede voornemens- maar ook een moment om de balans op te maken. Wat heb ik bereikt dit jaar, heb ik mijn doelen gehaald? Welke fouten heb (weer) gemaakt? Wat heb ik geleerd dit jaar, en wat had ik moeten leren maar heb ik niet gedaan?
Dit zijn vragen die je je kan afvragen, (top-)sporter of niet. Maar zo makkelijk is het vaak niet om een jaar te bestempelen als ‘succes’ o f ‘mislukking’. Zelfs niet als je als atleet hele duidelijke doelen heb gesteld voor jezelf. Doelen zijn namelijk zwart-wit, en het leven is dat dus niet. Lopers noemen vaak tijden als benchmark, hoogspringers hoogtes, werpers afstanden en allemaal kunnen ze plaatsing voor (of hoge plaatsing op) Het Toernooi neerzetten als te-behalen prestaties voordat een jaar ‘succesvol’ bestempeld mag worden.
Maar het kan lastig zijn om (realistische) doelen te stellen. Je kan heel hard werken en geen pr’s lopen, en grote stappen maken in trainingen die zich niet meteen naar de baan willen vertalen. Je kan grote progressie boeken- en toch kleinere stappen maken dan de mensen om je heen, en daardoor niet de plaatsingen halen die je jezelf had opgedragen. Is dat jaar dan meteen mislukt? Het kan in topsport, en elke andere baan of hobby die draait om presteren, moeilijk zijn om om het eindresultaat heen te kunnen kijken en the bigger picture te kunnen zien. Er is meer in het leven dan vinkjes op een to-do lijst.
Doelen zijn zwart-wit, en het leven is dat niet, dus het is belangrijk om ook te kijken naar die grijze (onmeetbare) gebieden voor dat je besluit jouw 2018 ‘mislukt’ te bestempelen. Dus, hier wat andere mogelijke vragen: Was ik gelukkig dit jaar, en heb ik anderen gelukkig gemaakt? Ben ik gegroeid als persoon? Wat heb ik dit jaar voor het eerst gedaan, en waar ben ik het meest trots op?
Ikzelf heb begin dit jaar geroepen (en geschreven) dat ik bovenal balans wou vinden dit jaar. En ik heb ook balans gevonden. Vervolgens ben het weer een paar keer kwijtgeraakt, om het uiteindelijk toch weer ergens terug te vinden. Ik heb een aantal (atletische) doelen niet gehaald, en andere juist wel, en kan oprecht zeggen dat ik gegroeid ben als persoon. Moet ik dan 2018 als ‘mislukt’ in laten gaan alleen omdat ik niet onder de 11.2 heb gelopen en dat eigenlijk wel wou?
De nooit-tevreden topsporter vind misschien van mij, maar de mens in mij is het zeker niet van plan.
En voor jullie allemaal: Happy New Year!
De bedrieglijke schijn van Instagram
Juli, 2018
De wereld is mooier door een filter. En dat geldt echt niet alleen voor selfies waarop puistjes zijn weggepoetst, of zonsondergangen die een halfuur zijn bewerkt. Op social media (en dan met name Instagram) willen we allemaal graag onze beste zelf laten zien.
Ik ben daar niet minder schuldig aan dan ieder ander. Als ik een rottraining hebt gehad dan zal ik daar geen post over maken. Na een slechte wedstrijd is het al snel #ontothenextone, terwijl ik over een goede wedstrijd makkelijk drie berichten kan wijdden- zéker als de foto’s toevallig erg leuk zijn. Op die manier creëer ik, en met mij vele anderen (atleten) natuurlijk wel een iets rooskleuriger beeld van de werkelijkheid. Erg is dat niet, maar het is wel iets om bij stil te staan.
Het is menseigen om jezelf te vergelijken met de mensen om ons heen, maar tegenwoordig is het zo makkelijk om een kijkje in het leven van andere mensen te nemen, dat de groep waarmee we onszelf vergelijken steeds groter wordt. We vergelijken ons uiterlijk niet alleen meer met dat van vriendinnen maar ook met (wereld-)beroemde Instagrammers. Onze lichamen met de talloze kiekjes die modellen delen door de dag heen. Ik kan behalve mijn trainingen vergelijken met trainingsgenootjes, ze nu ook vergelijken met welke wereldkampioen dan ook, plus elk van mijn concurrenten. En deze vergelijkingen vallen zelden positief uit…
Het is makkelijk om in deze zee van gefotoshopte Instagram-proof beelden aan jezelf beginnen te twijfelen. Het is dan ook niet onbelangrijk om af en toe een stapje terug te doen en jezelf eraan te herinneren dat wat jij doet voor je een post online zet (50 foto’s maken, bewerkingsprogramma’s/filters overheen gooien, drie vriendinnen appen om de beste foto te kiezen), ook gebeurd aan de ander kant van het beeldscherm. En dat jouw opgepoetste foto’s evengoed andere mensen onzeker maken als hun opgepoetste foto’s jou.
Conclusie: gebruik Instagram vooral niet als maatstaf tegen de realiteit.
Over keerzijdes
Mei, 2018
Van een afstandje lijkt het heel glamourous, topsporter zijn. Je wordt betaald om de mooiste sport ter wereld te beoefenen, bent de helft van het jaar in zonnige oorden om te trainen, vliegt de hele wereld over voor wedstrijden waarbij zelfs de hotels en het eten voor je worden verzorgd, je werktijden zijn nooit van 9-5 op een suf kantoor, en dan komt er ook nog een punt waarop er dozen vol met kleren op je stoep verschijnen.
Al deze dingen hebben echter ook een keerzijde. Omdat je zo vaak van huis bent, moet je vrienden en familie veel missen- helemaal als je om je sport naar een hoger niveau te tillen naar de andere kant van het land (of zelfs een ander land) moet verhuizen. En het reizen kan ook zeker eenzaam zijn. Als je in het derde land binnen één week zit voor weer een wedstrijd, met een kamergenoot die je precies een halfuur kent en slechts gebrekkig Engels spreekt, wil je soms niets liever dan gewoon thuis op de bank zitten.
Topsporter zijn is een baan die niet ophoudt als je thuiskomt van de training. Je moet nog steeds rekening houden met je herstel en het juiste eten en het genoeg slapen en de training van morgen waar je er ook gewoon weer moet staan. Je komt nooit thuis van je werk en bent dan even geen topsporter meer- je hebt pas weer echt vrij aan het eind van het seizoen.
Daar komt bij dat voor heel veel atleten rondkomen van alleen sporten niet vanzelfsprekend is. Ik heb het geluk dat we met estafettes eigenlijk altijd de grote finales lopen, en als team daardoor in aanmerking komen voor financiële ondersteuning. Rijk zal je er niet van worden, maar de huur is toch weer betaald. De meeste atleten in Nederland komen (net) niet in aanmerking hiervoor. Die moeten, naast een gelijkwaardige hoeveelheid trainingsuren, ook nog een (bij)baan zien in te plannen. Dat kost veel energie en is vaak een heftige combinatie…
Het is ook een van de belangrijkste redenen dat talent in Nederland afhaakt voordat ze de top bereiken: ze kunnen het zich gewoon niet langer veroorloven. Tosporten vergt een grote investering, van tijd en geld (contributie, trainingsstages, fysiobehandelingen, etc.), en totdat je bij de allerbeste van de wereld hoort levert het je vaak niet veel op. Of in ieder geval, niet veel geld. Want glamourous of niet, zwaar of niet- er zijn weinig dingen die in de buurt komen van het gevoel dat je krijgt als je aan de startlijn staat en een stadium gevuld met 50.000 mensen ineens stiller is dan je voor mogelijk had gehouden, en jij daar mag lopen.
Tot zover 2017
Januari, 2018
Een nieuw jaar betekent traditiegetrouw een nieuw begin, nieuwe kansen, en voor veel mensen ook nieuwe goede voornemens (of gewoon weer de goede voornemens die je het afgelopen jaar niet kon waarmaken). Zo ook ikzelf.
Mijn goede voornemen voor 2018 is balans. Klinkt simpel, maar is dat meestal niet, helemaal niet als (top)sporter. Mijn leven is een iets-te-volle combinatie van trainingen, studeren, vriendinnen, familie en rust.
En laat deze balans nou juist van levensbelang zijn als het gaat om presteren. De meeste mensen denken vaak dat de medailles verdiend worden op de atletiekbaan, of in het krachthonk, en ja ook wel, natuurlijk. Maar hard trainen is niet zo ingewikkeld. Met een beetje doorzettingsvermogen kunnen we allemaal wel dagelijks op de baan staan, dus het is moeilijk daar het verschil te maken, helemaal als telkens een beetje meer doen dan je concurrentes vooral ook leidt tot blessures.
Dus dan moet je het verschil gaan maken naast de atletiekbaan. En dan kom je dus uit bij die balans. Hoe richt jij je leven zó in dat je elke training (of je school, of je werk) maximaal kan benutten. Daar is uiteraard niet één antwoord op, en misschien zelfs niet eens één antwoord per persoon. Sommige mensen laden zich op door sociaal contact, andere mensen kost het juist energie en laden zich op door een goed boek te lezen. Ik ken atleten die de avond voor een belangrijke wedstrijd nog even wat met vrienden gaan drinken, terwijl je mij met een hijskraan nog niet van de bank krijgt op die avonden. Een totaal isolement daarentegen? Ook niet ideaal. Het is bewezen dat mensen een bepaalde hoeveelheid sociaal contact en warmte nodig hebben om gelukkig te kunnen zijn. Dus zoals ik al zei: balans. Ikzelf moet daartussen ook nog een studie zien in te passen, en voor menig ander atleet is een (bij)baan ook niet optioneel.
Zo heeft iedereen zijn eigen ingrediënten om samen te voegen tot een niet te overdonderend geheel. En dat is dus de opdracht die ik voor mezelf heb gesteld in 2018 (en oké misschien mee was begonnen de afgelopen maanden- wie zegt dat je alleen met nieuwjaar je leven kan beteren?), met het idee dat als dat dan lukt, als ik die balans vind en mijn leven in ieder geval bijna helemaal op orde is… dat ik dan een gelukkiger mens ben. En gelukkige mensen presteren beter.
Diversiteit van de atletiek
Oktober, 2017
Voor de mensen die het nog niet was opgevallen: ik ben op vakantie. En met mij hebben velen andere baanatleten afgelopen september hun rust genomen. De boog kan tenslotte niet het hele jaar gespannen blijven en 11 maanden uit een jaar is een ratio waar je echt wel even van moet bijkomen.
Dat betekent niet dat de (professionele) atletieksport een maand lang helemaal stil ligt. Integendeel, er zijn volop wedstrijden! En dat kan ook bijna niet anders, als je stilstaat bij het feit dat onder de noemer atletiek wel 24 Olympische disciplines vallen, en daarnaast nog een heel scala aan incourante afstanden (waarvan de IAAF of wel of niet wereldrecords bijhoudt). Bijna al deze disciplines kunnen buiten plaatsvinden (outdoor) of binnen (indoor), en de loopafstanden kunnen worden afgelegd op de baan, op de weg, of door de modder.
In de herfst hebben we vooral met die laatste twee te maken: wegwedstrijden en crossen. Nu heb ik daar natuurlijk helemaal niks mee te maken. De afstanden die gebruikelijk zijn, zijn voor mij iets teveel van het goede, en voor geen goud zie je mij door de regen of modder ploeteren. Maar voor de atletiekliefhebster in mij is het natuurlijk wel leuk. Ik zit heerlijk op de bank met een boek en de wedstrijd op de achtergrond op de tv, altijd een klein beetje verbonden met wat ik het allerliefste doe. En het begint natuurlijk altijd een beetje te kriebelen als de geweldige prestaties en PR’s van mede-atleten langs zie komen.
En ik denk dat deze diversiteit, deze permanente aanwezigheid in de kalender, één van de krachtigste aspecten van de atletiek is. Je kan elk willekeurig weekend in je agenda aankruisen, en er zal ergens een atletiekwedstrijd plaatsvinden, van welk niveau, welke discipline dan ook, er is altijd ergens waar je als atleet kan gaan presteren of als toeschouwer kan gaan juichen… op dezelfde manier waarop atletiek de sport is met voor iedereen wel wat, is het ook de sport met altijd wel wat: 365 dagen per jaar sportbeleving.